Je neemt je smartphone altijd en overal mee naartoe en de camera’s worden steeds beter. De kwaliteit kan misschien nog net niet tippen aan een echte spiegelreflex of compact camera, maar het kan er prima mee door. Zeker als je weet hoe je er mee om moet gaan. Kun jij nog wel wat tips gebruiken voor je op vakantie gaat? Komen ze!
Tip 1: Schaf een smartphone aan met een goede camera
Het begint natuurlijk allemaal bij de aanschaf van een smartphone met een goede camera. Goede techniek is het halve werk! En de techniek is continu in ontwikkeling. Kijk daarom altijd naar de nieuwste modellen van de goede merken. Nu zijn dat bijvoorbeeld de Samsung Galaxy S10 en de iPhone XS. Die zijn beiden voorzien van camera’s met ruim 12 megapixels, goede lichtsensoren en ingebouwde beeldstabilisatoren. Op welke specificaties je precies op moet letten bij de aankoop van een nieuwe telefoon als het gaat om de kwaliteit van de foto, lees je in dit artikel.
Tip 2: Zorg voor goed licht
De sensor van de camera op je telefoon is een stuk kleiner dan die van een ‘echte’ camera. Daardoor krijg je op een smartphone ook eerder een wazig beeld bij weinig licht. De mooiste foto’s maak je buiten bij daglicht. Het liefst op een beetje een zonnige dag (of reis naar een warm land wanneer het December is). Bovendien komen kleuren en bijvoorbeeld gebouwen beter tot hun recht wanneer ze goed belicht worden. Je doet er dus goed aan om te kijken naar de stand van de zon voor je ergens heen gaat om foto’s te maken. Te hoog zorgt voor veel schaduwen, en tegenlicht is ook niet gewenst. Golden hour bij de zonsopkomst of -ondergang doen het eigenlijk altijd goed. Oh ja, nog één ding: gebruik nóóit de flitser van je telefoon. Dit is namelijk gewoon een lampje en dat zorgt vaak voor overbelichting.
Tip 3: Stabiliseer je camera
Voorkom dat je een wazige foto maakt, door de camera te stabiliseren. Houd je smartphone stevig vast met twee handen. En zorg voor wat extra stevigheid door je ellebogen tegen je lichaam te drukken en je adem heel eventjes in te houden, terwijl je de foto maakt. Je kunt zelfs gebruik maken van een speciaal smartphone-statief als je helemaal wilt voorkomen dat een kleine trilling je foto verpest. Of je bevestigt de foto met een elastiekje aan een stabiel voorwerp, zoals een fles of een paaltje.
Tip 4: Stel het beeld scherp
Zodra je jouw smartphone erbij pakt om een foto te nemen, zal de camera automatisch ergens op focussen. Let erop dat er wordt scherp gesteld op hetgeen waar het jou om gaat. Het zou namelijk kunnen dat er op iets in de verte wordt gefocust, in plaats van het hoofdonderwerp. Gelukkig is dat zo rechtgezet, met slechts één tik op het scherm! Op diezelfde manier kun je trouwens de belichting bijwerken, mocht iets over- of juist onderbelicht zijn. De tijd die een telefoon zoals de Samsung Galaxy S10 en de iPhone XS nodig hebben om het beeld scherp te stellen is met de technologie van vandaag minimaal.
Tip 5: Gebruik de zoom nooit
Zoomen is eigenlijk nooit een goed idee. Je kunt met een smartphonecamera wel inzoomen door het beeld als het ware uit elkaar te trekken. Maar als je dat doet gaat er een berg aan kwaliteit verloren. Vind je een kasteel, moskee, of kerk te klein en ver weg in beeld? Dan zul je er simpelweg dichter naartoe moeten lopen. Of kijk of er een ander standpunt is van waar je de foto kunt nemen. Ga bijvoorbeeld op een muurtje staan, of op een bankje.
Tip 6: Maak een mooie compositie
Naast alle technische punten, is ook de compositie van belang. Dus hoe je iets in beeld brengt. Vanuit welke hoek bijvoorbeeld. Zet het hoofdonderwerp niet in het midden van je beeld. Maar houd het op een derde, zoals de regel van derden voorschrijft. Speel met weerspiegeling in water. Maak gebruik van lijnen. En leg de focus voor de verandering eens ergens anders op. Stel bijvoorbeeld scherp op de bloemetjes en houdt de echte eyecatcher wat meer op de achtergrond.